By Benedict De Meulemeester on 26/08/2014
Topics: NL
Below you can find an interview in English about the Belgian situation
De angst voor een tekort aan stroom beheerst de krantenpagina’s. Terecht, want het stilleggen van drie kerncentrales maakt de kans op een (tijdelijk) deficit een stuk groter. In wezen is de situatie vrij eenvoudig. De combinatie van stroom invoeren uit Nederland en Frankrijk, industriële bedrijven tijdelijk uitschakelen en reservecapaciteiten aanspreken zou normaal gezien zelfs op een dag zonder wind en zon genoeg moeten zijn om het uitvallen van deze kerncentrales te compenseren. Problemen krijgen we wanneer het koud wordt. Dan verbruikt Frankrijk met zijn vele elektrische verwarmingstoestellen zijn stroom zelf en kan niet meer uitvoeren naar België. Dat maakt een stroomtekort waarschijnlijk.
Hoe dit stroomtekort zich zal manifesteren is een open vraag. De stroomvraag kan van uur tot uur zeer sterk verschillen. Daardoor zou een tekort zich maar gedurende beperkte tijd moeten voordoen. Wanneer elke stroomproductie installatie uit zijn voegen barst om voldoende te kunnen leveren, verhoogt uiteraard de kans op een echte black-out, een totaal stilvallen van het hele Belgische stroomsysteem. Het is de beheerder van ons transportnet Elia die dat moet vermijden. Zij lijken de nodige plannen daarvoor klaar te hebben. En Elia is een zeer gereputeerd bedrijf op het vlak van netbeheer. We mogen dus hopen dat het stroomtekort beperkt blijft tot enkele uurtjes zonder stroom in landelijke gebieden. Alhoewel ook dit voor de nodige ‘collateral damage’ zal zorgen bij bedrijven die toevallig in zo’n gebied liggen.
Als een stroomtekort zich al voordoet. Het zou ook opnieuw een milde winter kunnen zijn waardoor de vraag (in Frankrijk) niet piekt. Of koude dagen zouden met veel wind(-energie) kunnen komen. Of het zou kunnen blijken dat ons stroomsysteem over onverhoopte flexibiliteiten beschikt. Het is namelijk niet langer een systeem van alleen maar grote centrale productie-installaties maar van vele kleine installaties die in de rekenmodellen niet altijd correct in te schatten zijn. De kans op een tekort is verhoogd, maar het is geen certitude. Dit is wat beleidmaken inzake energie zo moeilijk maakt, zowel op de macro-schaal van een regering als de micro-schaal van een bedrijf dat zijn aankoop-opties overweegt. Over de toekomst kan je nooit iets met zekerheid zeggen.
Wat moet ik dan doen als bedrijf?
Op economische vlak blijft deze situatie nu al niet zonder gevolgen. De prijs voor Belgische stroom in 2015 is al naar 50 euro per MWh gestegen. Dat is bijna 15 euro per MWh meer dan de prijzen die we momenteel zien in Duitsland en ook hoger dan in Nederland en Frankrijk. Enkel UK en Italië hebben op dit ogenblik hogere forward elektriciteitsprijzen dan België. Dit betekent dat iedereen die nu nog prijzen moet vastleggen voor volgend jaar een stuk meer betaalt. En ook hier moet je die forward prijs vooral als een verzekeringspremie zien. Indien we de winter beter doorkomen dan we dachten, dan zouden de spotmarkten wel eens flink onder die 50 euro per MWh kunnen handelen. Deze situatie toont nogmaals het belang aan van een goede energie inkoop strategie. Met een goed gedefinieerde strategie weet je precies hoe je op dergelijke situaties moet anticiperen en reageren.
Ook al doet het tekort zich straks niet voor, toch kan je er niet omheen dat de huidige situatie op een falend energiebeleid wijst in ons land. Dit is zeker zo wanneer je de problematiek in een bredere internationale context plaatst, iets wat ook de laatste weken maar al te weinig gebeurt. Het tekort aan productie-capaciteit in België doet zich voor in de context van een Noord-Europees overschot. De grote Europese stroombedrijven klagen op dit ogenblik vooral over het feit dat er te veel is geïnvesteerd. Dit maakt elke verklaring van het Belgisch probleem die veralgemeent zinloos. Professor Albrecht bijvoorbeeld, beweert dat een tekort aan investeringen in klassieke fossiele centrales onvermijdelijk is in een vrije energiemarkt waarin hernieuwbare energie wordt gesubsidieerd (zie hier). Dan luidt de vraag: waarom is er dan in Duitsland en Nederland wel geïnvesteerd? De vraag naar het waarom van de huidige situatie in België luidt dan ook best: “wat heeft België verkeerd gedaan waardoor de steenkool- en gascentrales in de omliggende landen en niet bij ons zijn gebouwd?”
Als ze deze vraag al durven stellen, dan beantwoorden politici ze vooral door naar elkaar te schieten. Politici die aan de nieuwe regering bouwen, schuiven de schuld van zich af naar de vorige regeringen. Politici die voordien het energiebeleid maakten proberen de handen in onschuld te wassen. Dat helpt ons natuurlijk niet veel vooruit. Feit is dat de Belgische politiek in de afgelopen vijftien jaar heeft gefaald in het voeren van een consequent energiebeleid. Op alle vlakken is er al te veel koud en warm tegelijkertijd geblazen. En met een grote diversiteit aan energieministers, omwille van de versnippering van bevoegdheden en vele regeringswissels, was er ook weinig coherentie. De volgende factoren in het bijzonder hadden een belangrijke bijdrage tot de huidige situatie:
De situatie die we nu kennen is dus eerder te wijten aan te weinig eerder dan te veel vrije markt. Het voorbeeld van omliggende landen toont aan dat een coherent energiemarktbeleid wel degelijk tot een positief investeringsklimaat kan leiden. Wat in vijftien jaar fout ging, krijgen we natuurlijk niet op een paar maanden tijd hersteld. Dit maakt de grootschalige verklaringen van de laatste dagen dan ook nutteloos. Johan Vandelanottes voorstel om kabels naar de omliggende landen leggen is een zeer goed idee. Zie hier. Maar de reeds geplande en vergunde kabel naar Duitsland bijvoorbeeld laat nog tot in 2019 op zich wachten, voor een kabel naar de Clauscentrale in Maasbracht moeten bij mijn weten de vergunningsprocedures nog opgestart worden. Ook de NVA-idee van een nieuwe kerncentrale is al even weinig een oplossing op korte termijn. Recente ervaring in Finland en Frankrijk heeft aangetoond dat tien jaar een minimum is om van de tekentafel tot productie te komen.
Bovendien lijkt nieuwe kernenergie nu ook niet zo’n goede idee, zeker niet in het licht van de huidige problematiek in Doel en Tihange. Proponenten van kerncentrales hebben altijd volgehouden dat deze betrouwbare, veilige en goedkope energie oplevert. De drie stellingen kan je in twijfel trekken.
Wat kunnen politici dan wel doen? Zij staan voor een zeer groot dilemma. Elke poging om als ingrijpende overheid de productie-capaciteit te verhogen, zal zich vertalen in subsidies die uiteindelijk bij de burger en/of stroomverbruiker terechtkomen. Denk maar aan de capaciteitsvergoedingen voor gasgestookte centrales. Is dat geld verstandig besteed wanneer er in de bredere Europese markt sprake is van overschotten aan stroomproductie? De keuze voor nieuwe kabels naar die overtollige MWh’en in de omliggende landen is dan ook economisch de beste. Voor een oplossing op middellange en lange termijn lijkt het me dan ook onontbeerlijk dat we nadenken over hoe we het vergunnen en bouwen van deze kabels kunnen versnellen. Moet het echt tot in 2019 duren voor die kabel naar Duitsland klaar is?
Nieuwe kabels leggen betekent echter dat we ons voor onze energiebevoorrading sterk afhankelijk maken van Europese solidariteit. En met name in het energiebeleid toont Europa zich daar niet altijd van zijn sterkste kant, waardoor een oproep tot meer eigen productie begrijpelijk is. Als we dus toch inzetten op meer inlandse stroomproductie dan lijkt het mij goed om vooral kleinschalige productie te stimuleren. We zouden bijvoorbeeld kunnen overwegen om de subsidie van wind, zon en WKK minder scherp terug te schroeven dan gepland. Investeringen in deze technologieën kunnen in kortere tijd gerealiseerd worden, de MWh’en die ze produceren dragen bij tot een verlaging van de commodityprijs en het behalen van de klimaatdoelstellingen. Ervaring in Nederland heeft aangetoond dat de WKK-capaciteit in de tuinbouwsector voor een mooi potentieel aan flexibele stroomproductie kan zorgen, wat de problemen van beschikbaarheid van hernieuwbare energie deels kan oplossen.
Over subsidies aan hiernieuwbare energie en WKK beslissen de gewesten, dus is eindelijk eens een coördinatie over de verschillende beleidsniveaus heen aangewezen. We kunnen alleen maar hopen dat de urgentie van de huidige situatie er toe leidt dat de nieuwe regering plaats maakt voor een energie-minister met daadkracht en een duidelijke bevoegdheid tot coördinatie van de gewestelijke initiatieven. Nationalistische gevoelens mogen dit niet in de weg staan. Onze markt is de Belgische markt en het probleem van de energievoorziening treft alle Belgen. Omdat de kabels erover heen lopen, zal een probleem met een stroomtekort niet aan de taalgrens stoppen.
Ondertussen is het voor komende winter “met de billen dicht”. Hopen op mild weer en/of onverhoopte flexibiliteiten in het systeem. De regering in lopende zaken heeft terecht aangegeven dat er in de afgelopen jaren wel degelijk één en ander is gebeurd om de flexibiliteit te verhogen door maatregelen te nemen inzake reserve productie-capaciteit, afschakelbaarheid van bedrijven en een noodplan. Het zou goed zijn dat politici nu kijken of er op korte termijn iets kan gebeuren om de mogelijkheden van deze maatregelen verder te maximaliseren. Zou het geen mooi gebaar zijn naar de Belgische burger dat de politici van de zittende en de zich vormende regering daarvoor samenwerken? De overheid moet ook duidelijk met de burger communiceren over het noodplan. Op die manier kunnen burgers en bedrijven zich voorbereiden. Inzake energiebeleid zijn er nu al lang genoeg politieke spelletjes gespeeld. Met een nakend stroomtekort is het tijd dat de politiek zich eens van zijn meest daadkrachtige kant toont.
E&C’s voorstellen voor het oplossen van het Belgische stroomprobleem zijn dus:
Op korte termijn (winter 2014 - 2015) |
|
Op middellange termijn (winters 2015 – 2020) |
|
Op lange termijn (na 2020) |
|
Feel free to leave a comment and share our blog posts on social media!
E&C is an energy procurement consultancy with an international team of energy experts that offer a unique blend of global capabilities and local expertise.
Our offices in Europe, the US and Australia serve more than 300 clients from South-Africa to Norway and Peru to Australia that have an annual spend between 1.5 million and 1.5 billion dollars.
E&C Consultants HQ
Spinnerijkaai 43
8500 Kortrijk
BELGIUM
+32 56 25 24 25
info@eecc.eu